Wat is transitie?
“Transities zijn radicale of diepgaande wijzigingen in de systemen die de basis vormen van onze maatschappelijke ontwikkeling, zoals het energiesysteem, het mobiliteitssysteem, het voedselsysteem, het systeem rond wonen en bouwen, het materialensysteem, het gezondheidssysteem” (Paredis, 2010, p. 7).
Deze definitie/visie van Paredis op transities is slechts één uit reeds verschillende visies die door de jaren heen ontwikkeld werden. Uit deze verschillende definities of visies zijn echter enkele kerncomponenten altijd terug te vinden. Ten eerste is een transitie een proces van lange adem. Een transitie verandert namelijk structuren, praktijken en culturen die diep verankerd zijn in onze samenleving en die dus niet zomaar te ‘veranderen’ zijn. Hiervoor is een geïntegreerde systeemaanpak nodig, wat het tweede belangrijke kenmerk vormt. Daarnaast is het een proces dat zowel op verschillende maatschappelijke domeinen als verschillende schaalniveaus werkt. Hieruit vloeit voort dat er veel verschillende actoren betrokken zijn bij het creëren van transities: bedrijfsleven, overheden, burgers, wetenschap,… We spreken dus van een multi-actor proces waar samenwerking tussen verschillende partijen cruciaal is. (Rotmans, 2003,2005; Paredis, 2010; Mathijs, 2011).
Samenvattend nog even de kenmerken op een rijtje:
1) Lange-termijnproces
2) Geïntegreerde systeemaanpak
3) Verschillende domeinen
4) Verschillende schaalniveaus
5) Verschillende actoren
Onze huidige maatschappij wordt met enkele hardnekkige problemen geconfronteerd, bijvoorbeeld klimaatopwarming, afvalproblemen, uitputting van grondstoffen, werkloosheid, problemen in de gezondheidszorg, armoede, … Meerdere landen en regio’s, waaronder ook Vlaanderen met ViA (Vlaanderen in Actie) en Pact 2020, zoeken naar manieren om een grondige economische en maatschappelijke transformatie teweeg te brengen. Dit loopt echter moeilijk door de huidige structuren en instituties, net omdat de problemen zo verbonden zijn met de economische en sociale inrichting van onze samenleving (Paredis, 2010).
Door de hardnekkigheid van de problemen en rigide structuren is het niet altijd evident om een transitie naar duurzaamheid te bewerkstelligen/sturen. Transitiemanagement is een algemene benaming voor de aanpak om transities te initiëren en te beïnvloeden. Deze naam wordt echter meer en meer gereserveerd voor de specifieke aanpak die ontwikkeld werd door prof. Jan Rotmans en zijn team aan de universiteit van Rotterdam. Naast deze methode zijn er nog tal van andere aanpakken van transitiebelei ontwikkeld. In het algemeen kunnen we deze benaderingen vatten onder de term transitiebeleid/transitie governance en zijn hun uitgangspunten grotendeels gelijklopend (Paredis, 2010).
Deze definitie/visie van Paredis op transities is slechts één uit reeds verschillende visies die door de jaren heen ontwikkeld werden. Uit deze verschillende definities of visies zijn echter enkele kerncomponenten altijd terug te vinden. Ten eerste is een transitie een proces van lange adem. Een transitie verandert namelijk structuren, praktijken en culturen die diep verankerd zijn in onze samenleving en die dus niet zomaar te ‘veranderen’ zijn. Hiervoor is een geïntegreerde systeemaanpak nodig, wat het tweede belangrijke kenmerk vormt. Daarnaast is het een proces dat zowel op verschillende maatschappelijke domeinen als verschillende schaalniveaus werkt. Hieruit vloeit voort dat er veel verschillende actoren betrokken zijn bij het creëren van transities: bedrijfsleven, overheden, burgers, wetenschap,… We spreken dus van een multi-actor proces waar samenwerking tussen verschillende partijen cruciaal is. (Rotmans, 2003,2005; Paredis, 2010; Mathijs, 2011).
Samenvattend nog even de kenmerken op een rijtje:
1) Lange-termijnproces
2) Geïntegreerde systeemaanpak
3) Verschillende domeinen
4) Verschillende schaalniveaus
5) Verschillende actoren
Onze huidige maatschappij wordt met enkele hardnekkige problemen geconfronteerd, bijvoorbeeld klimaatopwarming, afvalproblemen, uitputting van grondstoffen, werkloosheid, problemen in de gezondheidszorg, armoede, … Meerdere landen en regio’s, waaronder ook Vlaanderen met ViA (Vlaanderen in Actie) en Pact 2020, zoeken naar manieren om een grondige economische en maatschappelijke transformatie teweeg te brengen. Dit loopt echter moeilijk door de huidige structuren en instituties, net omdat de problemen zo verbonden zijn met de economische en sociale inrichting van onze samenleving (Paredis, 2010).
Door de hardnekkigheid van de problemen en rigide structuren is het niet altijd evident om een transitie naar duurzaamheid te bewerkstelligen/sturen. Transitiemanagement is een algemene benaming voor de aanpak om transities te initiëren en te beïnvloeden. Deze naam wordt echter meer en meer gereserveerd voor de specifieke aanpak die ontwikkeld werd door prof. Jan Rotmans en zijn team aan de universiteit van Rotterdam. Naast deze methode zijn er nog tal van andere aanpakken van transitiebelei ontwikkeld. In het algemeen kunnen we deze benaderingen vatten onder de term transitiebeleid/transitie governance en zijn hun uitgangspunten grotendeels gelijklopend (Paredis, 2010).